Wat vieren we met dit feest?
Pasen wordt gevierd op de zondag en maandag volgend op de eerste volle maan na het begin van de lente op 21 maart. Een datum die dus elk jaar anders valt. Het drie dagen durende carnavalsfeest wordt 40 dagen voor pasen gevierd. Het carnavalsfeest gaat over in een periode van vasten, die eindigd met het paasfeest.
De oorsprong van het carnavalsfeest moet gezocht worden in voor-christelijke tijden. Op de grens van winter en voorjaar moesten boze geesten verjaagd worden, zodat zij geen schade toe konden brengen aan de ontwakende natuur. Om deze geesten te verjagen trok men rare kleren aan, zette maskers op, en nam dingen mee om lawaai te maken. In de middeleeuwen was de tijd tussen driekoningen en het begin van de lijdenstijd voor het paasfeest, hèt moment om zich te bevrijden van onvolkomendheden en slechte eigenschappen. Door maskers te dragen en zich te verkleden probeerde men dit tot uitdrukking te brengen.
De carnavalstijd schept de gelegenheid om uit het vaste patroon van alledag te stappen en tijdelijk een ander pak aan te trekken. Je kan jezelf tijdens het vieren van carnaval op een andere manier laten zien. Je wordt als het ware tijdelijk iemand anders. Iemand die je misschien graag zou willen zijn.
Hoe wordt dit feest in de klas voorbereid?
Hoe vieren we dit feest in de kleuterklas?
Iedere leerkracht geeft aan dit feest een eigen tintje. In grote lijnen komt het hier op neer; De klas wordt feestelijk versierd en enigszins in een sprookjessfeer gebracht. De kinderen mogen verkleed naar school komen. Kleuters vinden het meestal heerlijk om zich te verkleden. Dat wat ze dan zijn, zijn ze echt. Bijvoorbeeld een prinses, een koning of een houthakker. Zij kunnen niet doen alsof. Zij kunnen niet even in de huid kruipen van een ander omdat ze zelf op weg zijn om een goed iemand te worden. Het is daarom van belang dat kinderen verkleed als positieve figuren van een sprookje naar school komen. Een boze heks met een toverstaf tovert kinderen in boze of enge figuren. Kinderen zien de boze heks als echt en denken ook dat die echt kan toveren. Een kind wat houthakker is met een nep-bijl slaat er lustig op los als een echte houthakker. Positieve figuren van een sprookje brengen positiviteit in de klas en dat hoort bij feest vieren!
Verder wordt er gedanst en gezongen met elkaar. Eventueel wordt er een verhaal verteld waarin alle verklede kinderen die die dag op het feest zijn in voorkomen. Tijdens het vrije spel is er de mogelijkheid om aan allerlei activiteiten mee te doen zoals vingerverven, zeepbellen blazen, slingers maken of spelen als roodkapje, prins of elfje.Na het spelen kunnen de kinderen genieten van een feestelijke maaltijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten